Afrika
Azië
Europa
Noord Amerika
Oceanië
Latijns Amerika
 
Brest 8- 10 sep 2014
 
Er is een tijd van komen en een tijd van gaan en na 5 nachten Minsk ging ik naar het zuiden. Maar weer eens met de trein, ditmaal naar het zuidwesten van Wit-Rusland, naar Brest. Ik was blij dat ik eindelijk een 3e klas ticket kon bemachtigen, deze zijn niet altijd voor de toerist. Het is goedkoper, gezelliger en je hebt een treindame per wagon. Ze maakt thee voor je, schud je bedje een keer op en het zou me niets verbazen als ze een verhaaltje voor je leest voordat je gaat slapen… Deze trein was een nachttrein voordat we instapten vanuit Moskou. En het rook ook nog naar Moskovieten, die een nacht hadden liggen meuren… Gezellig! Goed dat een raam open kon! Een treinrit van ongeveer 5 uur en toen waren we in Brest.
 
 
 
Ik nam een kamer in Hotel Buh (Boe!) en dit was weer een schot in de roos. Net als in de trein heb je een eigen kamerdame per verdieping en ze kan van alles voor je regelen. De badkamer deel je met de rest van de bezoekers op de verdieping, maar een eigen wc had ik wel.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Ik kwam voor het fort van Brest, net zoals zo velen en dat is een hele ervaring. Het zit een beetje tussen indrukwekkend en lachwekkend in, de manier waarop de vaderlandsliefde hier wordt aangewakkerd. De foto’s zeggen al wel iets – groot en beton – en daar moet je dan bij denken dat er Sovjet-koren de hele dag over boxen staan te blèren. Wie verzint dit. Door het fort zijn de nazi’s maandenlang tegengehouden en die heldendaad werd door Stalin destijds voor propaganda-doeleinden aan de grote klok gehangen. Daar was hij heel goed in. Het museum was echter zeer serieus, honger, dorst en overige ellende was het lot van de soldaten en op foto’s droop de misère van hun jonge gezichten. Heel aandoenlijk. Het museum was overigens gratis want wat hier wel vaker gebeurd, had de kassière het veel drukker met de telefoon dan met het verkopen van kaartjes. De meeste mensen blijven wachten, ik loop door als iemand weigert de telefoon op te leggen. Ze vond het prima.
Brest zelf stelde niet veel voor, al heb ik nog even geïnformeerd voor een dagtrip naar het Belavezhkaya Pushcha park, waar bizons, wolven en veel andere dieren in het wild leven. ik kwam bij een toeristenbureautje waar – zoals gebruikelijk – bijna niemand Engels sprak.
 

 
 
 
 
Een oude vrouw werd van stal gehaald en we hadden meteen een klik. Binnen vijf minuten had ik helemaal geen zin meer in dat park, ik wilde alleen nog maar gezellig met deze dame blijven kletsen. Heel gezallig.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

En ook:

-          At ik weer een keer pizza en ook een speciaal ontbijt; nasi met lever.
- Per toeval stuitte ik op de lokale markt en ben de laatste ochtend, voordat de bus vertrok, nog even teruggegaan. Een gigantisch houten dak, hol van vorm, wat de verkopers/ slagers/ bakkers en kaasmakers droog hield.
-          typisch Wit-Russisch; Op het treinstation staat netjes op een bord in het Engels aangegeven waar je je tickets kunt kopen. Kom je daar; spreekt niemand Engels. Maar met altijd blijven glimlachen kom je ver; een dame werd gebeld en achter haar rug uitgelachen dat zij het maar moest oplossen. Ze zag er gelukkig de lol wel van in en samen kwamen we er wel uit: Ik kon toch maar beter de bus nemen!